Naam
Wilhelmina Goldstein
Putstraat 19 in 1962.
(Bron: fotocollectie voormalige gemeente Sittard, beeldbank Archief De Domijnen)
Geboren
23 november 1870 te Sittard
Gedeporteerd
9 april 1943 naar Vught; via Westerbork op 11 mei 1943 naar Sobibor
Vermoord
14 mei 1943 te Sobibor
Adres
Putstraat 19, Sittard
Familie
dochter van wijlen Salomon Goldstein en Carolina Salm; zus van onder meer Jacob en August Goldstein en tante van Leo Wolff en Eduard Heiligers; nicht van o.a. Alphons en Jules Soesman en van Paula Hertzdahl-Salm
Achtergrond
Deze familie stamde oorspronkelijk uit Waldniel, en was via Limbricht rond 1800 in Sittard komen wonen, waar in 1808 de achternaam Goldstein werd aangenomen.
Vader Salomon Goldstein (1833-1920), koopman van beroep, was opgegroeid aan de Putpoort en in 1866 getrouwd met Carolina Salm (1842-1923) uit Linnich. Hun kinderen werden in de Putstraat c.q. (buiten de) Putpoort geboren. Later verhuisden ze naar Limbrichterstraat 1. Van de acht kinderen waren er vijf ruim voor de oorlog overleden.
De oudste zus Frederica (1867) had zich in Waldenrath gevestigd en overleed voor 1905; haar zoon Leo Wolff woonde in Sittard en was hier 'gemengd' gehuwd met Maria Daniels. Zijn vader en stiefmoeder Joseph en Martha Wolff-Michaelis woonden eveneens in Sittard.
De oudste broer Jacob (1869) was eveneens gemengd gehuwd, met Johanna Hendrika Wilhelmina Urban uit Amsterdam; zij woonden op Stationsstraat 16 met broer August Goldstein (1881), die ongehuwd was.
Ook Wilhelmina (1870) was ongehuwd gebleven. Haar jongste zus Rosalie (1877) was in 1926 overleden. Zij was in 1911 gemengd gehuwd met Martinus Hubertus Ignatius Maria Heiligers. Dit echtpaar had een zoon Eduard, die samen met Wilhelmina op Putstraat 74 woonde, en vanaf oktober 1938 op Putstraat 19 (bij Niesten-Paulsen). In 1940 trouwde Eduard met een katholieke vrouw en verhuisde naar Stationsstraat 33.
Bijna alle gemengd gehuwden overleefden de Duitse vervolging en de bezetting. De ongehuwde August en Wilhelmina echter werden in april 1943 afgevoerd naar kamp Vught en via Westerbork naar Sobibor gedeporteerd, waar ze bij aankomst werden vergast.
Jacob Goldstein overleed in 1949; zijn weduwe keerde in 1951 terug naar Amsterdam. Alleen van Rosalie Goldstein zijn nog nakomelingen bekend.
Link
Literatuur
-
Motief vervolging
joodse afkomst