Naam | Pauline Horn-Windmüller | Pauline Horn-Windmüller met haar schoonmoeder, haar man Eef en zoontje Lutz, eind jaren '30 (bron: Yvette Heilbronn via Janet Isenberg) Het voormalige woonhuis en winkel in Beckum, Vorhelmer Straße 13, waar Pauline en haar broers opgroeiden (bron: Dokumentation „Stolpersteine in Beckum“). Stolperstein voor Pauline Horn-Windmüller in Beckum, geplaatst 5 juni 2008 (bron: Wikipedia).
|
Geboren | 28 april 1902 te Beckum (D) | |
Gedeporteerd | 9 april 1943 naar Vught, op 7 juni naar Westerbork en een dag later naar Sobibor | |
Vermoord | 11 juni 1943 te Sobibor | |
Adres | Julianaplein (Valkenburgplein) 21, Sittard | |
Familie | dochter van wijlen Leopold Windmüller en van Bernardine Hoffmann; zus van Rudolf en Arthur Windmüller; echtgenote van Eduard Horn; moeder van Lutz Horn | |
Achtergrond | Pauline was de oudste uit een gezin met drie kinderen. Haar vader Leopold (1869-1912) kwam uit Beckum (tussen Dortmund en Bielefeld), haar moeder Bernardine (1877) uit Wolbeck (tegenwoordig deel van de stad Münster). In Beckum hadden ze, even buiten het centrum, een zaak in stoffen en manufakturen, waarboven het gezin woonde. Een week voor Pauline's tiende verjaardag overleed haar vader. Moeder zette nadien de zaak alleen voort, waarbij de opgroeiende kinderen zeker geregeld zullen hebben meegeholpen. Pauline trouwde eind 1928 met de huidenkoopman Eduard (Eef) Horn, geboren in 1896 te Geilenkirchen. In Geilenkirchen werd in 1930 hun zoontje Leopold Ludwig (Lutz) geboren. Waarschijnlijk woonden ze daar in bij Eefs ouders. Op 10 september 1932 verhuisde het gezin naar Sittard, waar Eefs vader Sigmond Horn vandaan kwam. Sigmond Horn was 5 maanden tevoren gestorven, en Eefs moeder Helene Horn-Gottschalk verhuisde met hen mee. Het viertal vestigde zich op Julianaplein 21. Op 3 april 1939 werd ook Pauline's moeder bij hen ingeschreven, terwijl haar twee broers naar Engeland en later Amerika waren geëmigreerd. Iedereen dacht echter dat ze ook in het neutrale Nederland veilig zouden zijn. De moeder van Eef overleed in september 1940 en werd te Sittard begraven. De familie Horn stuurde nog een tijd lang (via een familie Frankhuisen in Utrecht) brieven naar Pauline's broers in de Verenigde Staten. De eerste twee deportatie-rondes in Limburg gingen aan het gezin voorbij. Begin april 1943 echter werden ze naar Vught gedeporteerd. Pauline en haar zoontje Lutz werden begin juni met het zogenaamde 'kindertransport' via Westerbork naar Sobibor gedeporteerd en bij aankomst daar vergast. Een maand later werd ook Eef naar Westerbork overgebracht. Hij werd eind augustus gedeporteerd en stierf begin 1944 in Auschwitz. Pauline's moeder Bernhardine bleef tot mei 1944 in Vught of Westerbork, en werd toen in Auschwitz vergast. | |
Link | ||
Literatuur | Chronik der Familie Windmüller, 1938 (op Archive.org) Windmueller Family Chronicle: Second Edition, 1981 (op Google Books) | |
Motief vervolging | joodse afkomst
|