Naam | Jozef Zondervan | |
Geboren | 20 oktober 1856 te Maastricht | |
Gedeporteerd | 9 april 1943 naar Vught, via Westerbork op 27 april 1943 naar Sobibor | |
Vermoord | 30 april 1943 te Sobibor | |
Adres | Brandstraat 9, Sittard | |
Familie | zoon van wijlen Benedikt Zondervan en Johanna Wolff; broer van onder meer Henri Zondervan en Regina Groonheim-Zondervan; oom van Benoit en Henri Zondervan; oudoom van Hermine Zondervan | |
Achtergrond | De familie Zondervan was afkomstig uit Amsterdam. De stamvader had zich rond 1818 in Beek gevestigd, de geboorteplaats van zijn echtgenote. Rond 1830 verhuisden ze naar Maastricht, waar de zonen Jonas en Benedikt als gezichtkundige (opticien) werkzaam werden. Jonas trouwde met een meisje Egger uit Sittard, en vestigde zich hier in 1855 als opticien. In 1881 overleed hij. Op hoge leeftijd (hij was 84 jaar) trok Jozef in bij Hermans oudste zoon Benoit in Sittard, die evenals zijn vader opticien was. Benoits ouders waren overleden, en hij woonde boven zijn zaak op de Brandstraat met echtgenote Estella en hun tienjarige dochter Hermien. Het was januari 1941. In augustus 1942 werd Benoits broer Henri met zijn gezin gedeporteerd, en in november van dat jaar Jos Hertz, de broer van Estella. | |
Link | ||
Literatuur | - | |
Motief vervolging | joodse afkomst |