Joseph Hertz

Naam

Joseph Hertz


Jos Hertz toneelgroep

Joseph Hertz bij de joodse toneelvereniging in Sittard rond 1915-1920
(bron: Sittards Verleden, 2010 nr. 3)

Jos Hertz in 1924

Jos Hertz in 1924
(bron: glasnegatieven collectie Jos. Wilms / EHC)

advertentie

Advertentie in het Limburgsch Dagblad (bron: Delpher)

Geboren

26 juli 1884 te Sittard

Gedeporteerd

11 november 1942 naar Westerbork, op 16 november 1942 naar Auschwitz

Vermoord

19 november 1942 te Auschwitz

Adres

Limbrichterweg (Stationsdwarsstraat) 14, Sittard

Familie

zoon van wijlen Herman Hertz en van Regina Isaac; broer van Selma, Martha, Estella en Jacques Gustave Hertz; oom van Hermine Zondervan

Achtergrond

Joseph nam de graanhandel over van zijn vader Herman Hertz, die in 1915 overleed. Hij bleef ongehuwd en woonde met zijn moeder op de Limbrichterweg (tegenwoordig Stationsdwarsstraat) 14, waar aan de overkant van het huis de graanhandel was gevestigd. Die bleef 'Gebrs. Hertz' heetten, ook nadat zijn jongere broer in 1917 trouwde en naar Rotterdam vertrok. Als liefhebberij had Jos de toen populaire duivensport. In de jaren '20 kreeg de familie het zwaar, toen door de crisis in Duitsland de bank failliet ging waar ze hun spaargeld op hadden staan.

Zus Martha en broer Jacques Gustave trouwden en verhuisden naar Zuid-Holland. Zus Selma trouwde in 1919 met Jan Henri Rutten, met wie ze een dochter kreeg. Zij woonden op Stationstraat 22, maar trokken in april 1936 in bij Jos en zijn moeder. Selma was chronisch ziek en overleed in 1937. Zus Estella trouwde in 1930 met Benoit Zondervan; ook zij kregen een dochter en woonden op de Brandstraat.

In september 1941 werd een 'arische' bewindvoerder aangesteld over de graanhandel. Jos' zus Martha Hijman-Hertz, inmiddels weduwe, en een zoon van zijn broer werden in het najaar van 1942 als eersten vanuit Zuid-Holland weggevoerd en vermoord. In november 1942 werd Joseph Hertz 's-nachts uit het huis van zijn moeder gehaald bij de grote razzia in Sittard. Een week later werd hij naar Auschwitz gedeporteerd en bij aankomst vergast. Hij was toen 58 jaar.

Zijn moeder en het gezin van zus Estella waren begin april 1943 aan de beurt, toen de laatste grote deportatie uit Limburg plaatsvond. Via Vught en Westerbork werden zij naar Sobibor gebracht om vermoord te worden. Ook de dochter van Martha en het gezin van Jacques Gustave werden in 1943 weggevoerd en vermoord. De dochter van Selma was de enige die overleefde. De man van Selma, die niet van joodse afkomst was, overleed in november 1945.

Link

Digitaal Monument

Literatuur

-

Motief vervolging

joodse afkomst

  Stolperstein, geplaatst 27 juni 2015.