Jos Hertz

Naam

Jos Hertz


Jos Hertz toneelgroep

Jos Hertz bij de joodse toneelvereniging in Sittard rond 1915-1920
(bron: Sittards Verleden, 2010 nr. 3)

Jos Hertz in 1924

Jos Hertz in 1924
(bron: glasnegatieven collectie Jos. Wilms / EHC)

Geboren

26 juli 1884 te Sittard

Gedeporteerd

11 november 1942 naar Westerbork, op 16 november 1942 naar Auschwitz

Vermoord

19 november 1942 te Auschwitz

Adres

Limbrichterweg (Stationsdwarsstraat) 14

Familie

zoon van wijlen Herman Hertz en van Regina Isaac; broer van Selma, Martha, Estella en Jacques Gustave Hertz

Achtergrond

De vader van Jos, graankoopman Herman Hertz,was in 1915 overleden. In Sittard werden hun vijf kinderen geboren, die opgroeiden op de Limbrichterweg (tegenwoordig Stationsdwarsstraat), waar aan de overkant van het huis de graanhandel was gevestigd. In de jaren '20 kreeg de familie het zwaar, toen door de crisis in Duitsland de bank failliet ging waar ze hun spaargeld op hadden staan.

De oudste zoon Joseph (1884) bleef ongehuwd en nam de zaak van zijn vader over. Selma (1886) trouwde met Jan Henri Rutten, raadslid en later wethouder te Sittard. Selma was chronisch ziek en overleed in 1937. Het echtpaar had een dochter. Martha (1889) trouwde met de Rotterdammer Maurits Hijman, en kreeg eveneens een dochter; zij werd in 1925 weduwe. Estella (1892) trouwde met Benoit Zondervan; ook zij kregen een dochter. De jongste zoon Jacques Gustave (1895) trouwde met Rela Heijmans. Zij kregen drie kinderen. Jacques was graanhandelaar en woonde met zijn gezin in Voorburg.

In het najaar van 1942 werden in Zuid-Holland de weduwe Martha Hijman-Hertz en zoon Jaap van Jacques Gustave weggevoerd en vermoord. In november 1942 werd Joseph Hertz 's-nachts uit het ouderlijk huis gehaald bij de grote razzia in Sittard. Een week later werd hij naar Auschwitz gedeporteerd.
Regina Hertz-Isaac en het gezin Zondervan-Hertz waren begin april 1943 aan de beurt, toen de laatste grote deportatie uit Limburg plaatsvond. Regina werd door haar kleindochter naar de synagoge gebracht, vanwaar ze naar Vught moest vertrekken.
Ook de dochter van Martha en het gezin van Jacques Gustave werden in 1943 opgepakt. Slechts twee familieleden overleefden de vervolging: de dochter van Selma en één kind van Jacques Gustave. De man van Selma, die niet van joodse afkomst was, overleed in november 1945.

Link

Digitaal Monument

Literatuur

-

Motief vervolging

joodse afkomst