Naam | Jacob Marcus Spreekmeester |
Kadasterkaart waarop duidelijk de rij oude huisjes op de Limbrichterweg te herkennen is, alsmede het café op de hoek; in rood aangegeven de contouren van toenmalig huisnummer 16 (bron: Erfgoedcentrum De Domijnen). Uit vergelijking van landkaarten in het AEZEL-projek bleek later dat Limbrichterweg 16 niet aan de huidige Korhoenstraat lag - waar de steentjes zijn geplaatst - maar ongeveer op de locatie van de huidige Limbrichterweg 56.
|
Geboren | 19 juni 1903 te Rotterdam | |
Gedeporteerd | 25 augustus 1942 naar Westerbork, 28 augustus 1942 naar Kosel | |
Vermoord | 30 april 1943 in Midden-Europa (fictieve datum) | |
Adres | Limbrichterweg 16 (gesloopt), Sittard | |
Familie | zoon van Marcus Spreekmeester en Judith Yer; broer van onder meer Nathan en halfbroer van Moritz Spreekmeester | |
Achtergrond | Vader Marcus Spreekmeester was een Rotterdamse koopman en later pensionhouder te Amsterdam. Hij was in 1896 met de Amsterdamse Judith Yer getrouwd en in 1912 van haar gescheiden. Zij hadden te Rotterdam negen kinderen gekregen, waarvan drie jong gestorven. In 1920 hertrouwde Marcus met Sientje van Herpen, eveneens Amsterdamse, waaruit ook kinderen werden geboren. Jacob Marcus was het vierde kind uit het eerste huwelijk, en zal zijn opgegroeid bij zijn moeder, die pas in 1930 hertrouwde. Jacob vestigde zich in 1924 te Antwerpen. Hij was van beroep onderwijzer maar zocht er werk als klerk. Later kwam hij in Marokko terecht, waar hij diende in het Franse Vreemdelingenlegioen. Toen hij in 1932 weer naar Rotterdam terugkeerde, was hij statenloos geworden vanwege het in vreemde krijgsdienst gaan. Vanaf februari 1941 woonde Jacob in Sittard, eerst een half jaar op Steenweg 83 (nu 89, lunchroom Le Clochard), daarna als kostganger bij het gezin Heumann op Limbrichterweg 16. Hij stond als koopman vermeld en later als "grondwerker in werkverschaffing". Eind augustus 1942 kwam de oproep voor het gezin Heumann en ook voor hun kostganger om zich te melden voor ‘tewerkstelling in Duitsland’. Ze werden samen met vele andere joodse gezinnen naar Maastricht vervoerd ter registratie en controle, de volgende dag naar Kamp Westerbork en enkele dagen later van daaruit per trein richting Auschwitz. Albert Heumann en Jacob Spreekmeester behoorden tot de mannen die de trein moesten verlaten bij het werkkamp Kosel, zo’n 80 kilometer voor Auschwitz. Deze mannen werden vanuit Kosel in verscheidene kampen te werk gesteld. Hoe, waar en wanneer precies ze aan hun einde kwamen is niet bekend. Jacobs vader Marcus, broer Nathan en halfbroer Moritz werden in Auschwitz vermoord. Moeder Judith overleefde de oorlog en overleed in 1969 te Rotterdam. | |
Link | ||
Literatuur | - | |
Motief vervolging | joodse afkomst
|