Naam | Isäak Sassen |
|
Geboren | 14 februari 1880 te Sittard | |
Gedeporteerd | 9 april 1943 naar Vught, via Westerbork op 18 mei 1943 naar Sobibor | |
Vermoord | 21 mei 1943 te Sobibor | |
Adres | Molenweg 10 (nu 18), Ophoven-Sittard | |
Familie | zoon van wijlen Jacob Sassen en Eva Silbernberg; broer van onder meer Joseph Sassen en zwager van Meijer Marcus van Praag en Wilhelmine Sassen-Falkenstein; echtgenoot van Laura Winter; vader van Isedor en Albert Sassen; grootvader van Jacob Ernst en Nathan Herman Sassen | |
Achtergrond | Isaak was zoon van een handelaar en slager uit Hülchrath en een Sittardse moeder. Hij groeide op in een groot gezin met drie broers en zeven zussen. Ze woonden de meeste tijd in Overhoven. Isaak verdiende eerst de kost als kleermaker en werd later slager en veekoopman. In 1908 trouwde hij met Laura uit Korschenbroich. Zij trok bij de familie in Overhoven in. Het echtpaar kreeg twee dochters die beiden jong stierven: Eva Erna (109) werd slechts twee maanden oud en Johanna (1912-1918) zes jaar. Hun zonen Isedor (1910) en Albert (1920) werden wel volwassen. Isaak en zijn gezin vestigden zich later in Ophoven op Molenweg 10, waar ze een eigen slagerij begonnen. Zoon Ies hielp aanvankelijk mee. Hij trouwde in 1935 met Dorothea Julia Alexander en verhuisde met haar naar de Resedastraat; in 1938 ging Ies bij de Staatsmijn Maurits werken. Zoon Albert bleef bij zijn ouders wonen en werkte als kantoorbediende, later afdelingschef in een tricotagefabriek. Toen vanaf september 1941 joodse kinderen niet meer naar reguliere scholen mochten, verzorgde Albert met twee andere jongvolwassenen onderwijs in het godsdienstlokaal van rabbijn Van Blijdestein op de Plakstraat. In juli 1942 trokken Isedor en diens gezin weer in Ophoven in bij zijn ouders. In februari 1943 trok de weduwe Minna Sassen-Falkenstein (een schoonzus van Isäak) noodgedwongen bij hen in omdat haar woning op de Rijksweg werd gevorderd door de bezetter. In april 1943 werd de hele familie gedeporteerd via Vught naar Westerbork. In mei 1943 werden Isaak, Laura en Minna vermoord in Sobibor. Zoon Albert onderging twee maanden later hetzelfde lot. Het gezin van Ies werd naar Auschwitz gedeporteerd en vermoord. Alleen Ies overleefde Auschwitz en keerde (als enige uit Sittard) terug naar huis. Hij hertrouwde na de oorlog en kreeg nog twee kinderen, Albert (vernoemd naar zijn broer) en Annelies Sassen. | |
Link | ||
Literatuur | De vergeten joden van Geleen 1920-1950 | |
Motief vervolging | joodse afkomst |