Naam | Herman Wolf | Herman Wolf
|
Geboren | 14 februari 1895 te Lith | |
Gedeporteerd | 25 augustus 1942 naar Westerbork, 28 augustus 1942 naar Auschwitz | |
Vermoord | 31 augustus 1942 te Auschwitz | |
Adres | Limbrichterstraat 15, Sittard | |
Familie | zoon van wijlen Levi Wolf en Saartje de Winter; broer van Vrouwtje Rosenboom-Wolf; echtgenoot van Regina Elisa Francken; vader van Maurits Levie en Hermonius Wolf | |
Achtergrond | Isaac Wolf uit Bad Laasphe (achter Siegen) trouwde voor 1810 met Rachel van Dijk uit Kessel in Noord-Brabant (huidige gemeente Oss). Hun zoon Herman trouwde in 1857 met Marijtje Geleert uit Wormer (Zaanstreek) en ging wonen in het buurdorp Lith (eveneens gemeente Oss). Hun oudste zoon Levi trouwde in 1894 met Saartje de Winter uit Oude Tonge, die na drie jaar huwelijk overleed, en hertrouwde met Sibille Rosenboom uit Zevenaar. Uit het eerste huwelijk stamden zoon Herman en dochter Vrouwtje Wolf. Vrouwtje trouwde in 1918 met haar neef Jacob Rosenboom (tevens verwant aan haar stiefmoeder). Jacob werd later mijnwerker en trok met haar en hun vier kinderen naar Brunssum, Sittard en Geleen. Herman werd veehandelaar, en trouwde in 1922 met Regina Elisa (Gien) Francken uit Venlo. In Wisch in de Achterhoek werden hun zoontjes Maurits Levie (Mau, 1926) en Hermonius (Ro, 1927) geboren. Op 4 juli 1933 werd het gezin te Sittard ingeschreven. Enkele maanden daarvoor was vader Levi Wolf in Lith overleden en was ook Vrouwtje met haar gezin en hun stiefmoeder in Sittard komen wonen. Het gezin van Herman Wolf woonde eerst op Putstraat 42 en verhuisde in april 1938 naar Limbrichterstraat 15, waar ze een zaak hadden in manufacturen en tricotages. Blijkens een krantenbericht werd Herman in juni 1939 failliet verklaard. Mogelijk heeft hij daarna de overstap gemaakt van manufacturen naar tricotages? De oudste zus van Gien, Hendrica Francken, woonde vanaf 1935 op de Putstraat bij hen in als dienstbode en verhuisde mee naar de Limbrichterstraat. Zij vertrok in januari 1942 naar Roermond. Hermans stiefmoeder was in 1937 naar Amsterdam verhuisd, waar zij in april 1942 overleed. Het gezin Wolf moest zich eind augustus 1942 melden voor ‘tewerkstelling in Duitsland’. Binnen enkele dagen werden ook zij vanuit Westerbork op de trein gezet naar Polen. Opvallend is dat Herman, in tegenstelling tot de meeste andere mannen, niet bij Kosel uit de trein werd gehaald. Dat betekent wellicht dat zijn gezondheid te wensen overliet. Bij aankomst in Auschwitz werd het hele gezin vergast. Zus Vrouwtje Rosenboom-Wolf en haar gezin overleefden de oorlog door in Heerlen onder te duiken, behalve de oudste dochter Saartje, die in de onderduik overleed. Zus Hendrica Francken werd later in Sobibor vermoord, De andere zus van Gien, Carolina Francken overleefde de oorlog en overleed in 1975. | |
Link | ||
Literatuur | - | |
Motief vervolging | joodse afkomst
|