Naam | Dini Wolff | Dini Wolff, circa 1936? (bron: G. Linssen). Dini Wolff, circa 1942? (bron: "Zou ik het willen overdoen?") Tante Heintje Serphos plaatste - zoals vele anderen - na de oorlog wanhopige oproepen in het NIW, 5 okt. 1945 (bron: Delpher). Putstraat 50 in 2015 (bron: Google Streetview).
|
Geboren | 20 februari 1923 te Sittard | |
Gedeporteerd | 16 november 1943 opgepakt uit onderduik; vanuit Westerbork op 8 februari 1944 gedeporteerd naar Auschwitz | |
Vermoord | 30 april 1944 te Auschwitz (fictieve datum) | |
Adres | Putstraat 50, Sittard | |
Familie | dochter van Max Wolff en Carolina Serphos; nicht van o.a. Sylvain en Romain Wolf | |
Achtergrond | Dini, geboren in 1923, stamde uit de familie Wolff die zich rond 1790 te Limbricht en na 1800 te Sittard had gevestigd, en uit de familie Serphos uit Enschede. In Enschede had ze een gehuwde oom (slager Nathan Serphos) en een ongehuwde tante (Heintje) van moeders kant wonen. Grootvader Serphos heeft ze niet meer bewust meegemaakt, grootmoeder Gerritdina (naar wie ze was vernoemd) stierf toen Dini negen jaar was. Haar grootouders van vaders kant heeft Dini nooit gekend. Ze had wel een oom en drie tantes, die allen gehuwd waren en naar elders verhuisd. Alleen de oudste zus van vader, Bertha gehuwd Abraham Wolf, was in 1912 uit Maasmechelen teruggekeerd met haar gezin en woonde weer in Sittard. De kinderen van Bertha waren stukken ouder dan Dini; Bertha had zelfs twee kleinzonen ouder dan Dini. Haar oudste dochter was nl. in 1917 getrouwd met een Polak uit Enschede. Via dat huwelijk hadden Dini's ouders Max en Line elkaar waarschijnlijk leren kennen; zij verloofden zich twee jaar later en trouwden in 1920. Vader Max was veekoopman en al 43 jaar toen Dini - zijn enige kind - werd geboren. Dini groeide op in de Putstraat. Tenminste vanaf juni 1935 (maar mogelijk al eerder) hadden ze dienstbodes inwonen. De meisjes waren katholiek en bleven een half jaar tot 2½ jaar bij het gezin. Op 24 april 1936 vertrok Dini naar Enschede, waar ze ging wonen bij oom Nathan en tantes Rebecca en Heintje Serphos. Dini leerde in Enschede voor tandartsassistente en voor onderwijzeres. Oom Nathan overleed in februari 1941. Zijn huwelijk met Rebecca was kinderloos gebleven. Eind 1941 werd het verboden voor joden om niet-joods personeel te hebben en moest de dienstmeid bij Wolff vertrekken. Waarschijnlijk is dat de reden dat Dini toen weer bij haar ouders ging wonen. Toen in Limburg in 1942 de deportaties begonnen, hoefde Max Wolff zich vanwege zijn leeftijd niet te melden voor de ‘werkverruiming’. Echter een half jaar later werd hun huis door de Duitsers gevorderd. Op 10 februari 1943 werd het gezin ingeschreven bij de familie Rutten-Hertz op Limbrichterweg 14 (huidige Stationsdwarsstraat). Daar bleven ze niet lang, want begin april 1943 kregen ze opdracht zich in Kamp Vught te melden. De ouders van Dini gingen op 1 of 7 april 1943 in onderduik bij de Oirsbeekse gemeentesecretaris Gerard Fleischeuer. Dini was daar eerder of later eveneens ondergedoken. De familie Fleischeuer hield tien joden in hun grote huis verstopt, maar ze werden uiteindelijk verraden en op 16 november 1943 samen met hun gastheer opgepakt. De Geleense tiener Rie op den Camp schreef op 18 november in zijn dagboek: “Bij een inval op de boerderij van de gemeentesecretaris te Oirsbeek, de heer Fleischeuer, heeft de Duitse politie 10 ondergedoken joden ontdekt. De heer Fleischeuer en alle ondergedoken joden zijn gearresteerd en weggevoerd met onbekende bestemming. (...) Bij de inval stond de boerderij plotseling van alle kanten in het licht van de schijnwerpers, zodat niemand kon ontsnappen. Gelaarsde SS-mannen met geweren in de aanslag bestormden het huis. Men zegt dat de joden toen juist aan tafel zaten. (...) Onder de joden bevonden zich drie personen uit Sittard: moeder en kind Hertzdahl en de heer Wolf. Deze laatste lag ziek in bed en is later apart opgehaald.” De jonge schrijver was verkeerd geïnformeerd, want de drie personen uit Sittard waren Max, Line en Dini Wolff; er was geen Hertzdahl bij. Geen van de onderduikers heeft overleefd. Dini werd vanuit Westerbork twee weken later dan haar ouders op transport gezet. In Auschwitz werd ze niet gelijk vergast zoals haar ouders maar als arbeidskracht ingezet. Binnen enkele maanden is ze omgekomen onder onbekende omstandigheden. Gerard Fleischeuer overleed op 29 maart 1945 in Dachau; in 1965 werd zijn graf ontdekt en werd hij herbegraven in Maastricht; bij Yad Vashem in Israël werden vijf bomen voor hem geplant. De twee tantes van moeders kant waar Dini vijf jaar bij had gewoond, waren ook ondergedoken en hebben de oorlog overleefd. Van vaders kant werden minstens acht familieleden vermoord maar overleefden er ook verschillende, waaronder de dochter van tante Bertha met haar kinderen, oom Salomon met tenminste één dochter en kleinzoon, en tante Sibilla met twee dochters. | |
Link | ||
Literatuur | "De Tweede Wereldoorlog in en rond Geleen - Dagboek van een Geleense jongen", door Rie Op den Camp, Uitg. 2003; ISBN 90-9017541-5 "Wat ons raakt", door Niek Bremen; fictief dagboek van Dini Wolff tijdens de oorlog, Uitg. 2021 ; ISBN 978-94-93214-53-8 | |
Motief vervolging | joodse afkomst
|