Naam | Bernardine Windmüller-Hoffmann |
Het voormalige woonhuis en winkel in Beckum, Vorhelmer Straße 13 (bron: Dokumentation „Stolpersteine in Beckum“). Stolperstein voor Bernhardine Windmüller-Hoffmann in Beckum, geplaatst 5 juni 2008 (bron: Wikipedia).
|
Geboren | 13 november 1877 Wiegbold-Wolbeck (D) | |
Gedeporteerd | 7 april 1943 naar Vught, via Westerbork op 19 mei 1944 naar Auschwitz | |
Vermoord | 22 mei 1944 te Auschwitz | |
Adres | Julianaplein (Valkenburgplein) 21, Sittard | |
Familie | dochter van wijlen Simon Hoffmann en Jeanette Windmüller; zus van Aron, Emma, Lina, Salomon, Leopold en Selma Hoffmann; weduwe van Leopold Windmüller; moeder van Pauline, Rudolf en Arthur Windmüller; schoonmoeder van Eduard en oma van Lutz Horn | |
Achtergrond | Bernhardine was de oudste uit een gezin met zeven kinderen. Haar vader Simon (1838-1914) kwam uit Wolbeck (tegenwoordig deel van de stad Münster), haar moeder Jeanette (1846-1903) uit Beckum (tussen Dortmund en Bielefeld). Bernhardine trouwde in 1900 met de koopman Leopold (Levi) Windmüller, geboren in 1869 te Beckum. Hun woonhuis annex winkel in stoffen en manufakturen lag in Beckum even buiten het centrum. Ze kregen drie kinderen: Pauline in 1902, Rudolf in 1904 en Arthur Albert in 1906. Levi overleed in 1912, en Bernhardine zette als jonge weduwe de zaak alleen voort. Zoon Arthur omschreef haar als "a wonderful human being, highly intelligent, very compassionate and active in the Jewish community and the community at large". Dochter Pauline trouwde eind 1928 met Eduard (Eef) Horn uit Geilenkirchen, waar in 1930 hun zoontje Lutz werd geboren. Zij vertrokken in 1932 samen met Eefs moeder naar Sittard, de geboorteplaats van Eefs vader die kort daarvoor was overleden. In 1937 moest Bernhardine onder druk van de nazi's haar winkel sluiten en het huis verkopen. Ze trok aanvankelijk in bij zoon Arthur in Schlüchtern (bij Fulda). In 1939 ontvluchtten ze Duitsland. Op 3 april 1939 werd Bernhardine, komende uit Münster, in Sittard ingeschreven bij dochter Pauline op het Julianaplein. Iedereen dacht dat zij hier veilig zou zijn. De twee zonen Rudolf en Arthur emigreerden in 1939 naar Engeland en in mei 1940 naar de Verenigde Staten. Weinigen slaagden erin daarvoor een visum te bemachtigen. Rudolf en Arthur kregen aanvankelijk nog brieven van Bernhardine en het gezin Horn via een familie Frankhuisen in Utrecht. Begin april 1943 echter werden ze allemaal naar Vught weggevoerd. Dochter Pauline en kleinzoon Lutz werden begin juni met het zogenaamde 'kindertransport' gedeporteerd via Westerbork naar Sobibor, waar ze bij aankomst werden vergast. Eef Horn verbleef van begin juli tot eind augustus in Westerbork, en overleed in januari 1944 in Auschwitz. Bernhardine bleef tot mei 1944 in Vught of Westerbork, en werd toen alsnog naar Auschwitz gedeporteerd en vergast. Ook Lina, Salomon en Selma Hoffmann en diens echtgenoten werden vermoord. | |
Link | ||
Literatuur | Chronik der Familie Windmüller, 1938 (op Archive.org) Windmueller Family Chronicle: Second Edition, 1981 (op Google Books) | |
Motief vervolging | joodse afkomst
|